Ongeveer 86% van alle kinderen heeft op 12-jarige leeftijd een overlijden van dichtbij meegemaakt. Het gaat dan vaak om opa’s en oma’s. Maar bij ongeveer 7000 kinderen gaat het om een overlijden binnen het eigen gezin. Kinderen rouwen anders dan volwassenen. Vaak begint hun rouwproces pas weken, maanden of nog langer na het overlijden. Dit komt doordat zij eerst weer het gevoel van veiligheid willen ervaren in hun gezin. Als vader en/of moeder weer wat meer beschikbaar is, komen de rouwreacties van de kinderen pas. Het komt ook voor dat kinderen hun eigen gevoelens uit liefde en loyaliteit verstoppen, omdat zij hun ouders niet nog verdrietiger willen maken.
Kinderen uiten hun gevoelens van rouw vaak op een andere manier dan volwassenen. De manier waarop zij dat doen hee mede te maken met hun vermogen om te begrijpen wat dood is en dat heeft te maken met de (ontwikkelings)leeftijd:
- 2-5 jaar: Kinderen van deze leeftijd snappen nog niet dat de dood onomkeerbaar is. Het is de leeftijd van het magische denken; opa komt vast weer terug als ik jarig ben. Deze jonge kinderen ervaren het gemis en hebben gevoelens van rouw, maar zij kunnen hier vaak nog geen woorden aan geven. Leg daarom duidelijk uit, steeds weer opnieuw, dat de dood definitief is. En dat het geen kwestie van heel lang slapen is, wat vroeger nogal eens werd gezegd.
- 5-8 jaar: Op deze leeftijd beginnen kinderen te snappen dat dood echt dood en blijvend is. Ze kunnen dan ook erg gefascineerd raken door details van de dood en stellen soms confronterende vragen: wanneer is opa onder de grond opgegeten door de wormen? Het is belangrijk om hier gewoon antwoord op te geven. Wees eerlijk, hoe moeilijk dat ook is. Kinderen hebben het recht op de waarheid. Hun fantasie kan erger zijn dan de werkelijkheid.
- 8-12 jaar: De wat oudere basisschoolkinderen beginnen abstracter te denken. Zij beseffen zich dat iedereen sterft en dat de dood definitief is. Veel kinderen van deze leeftijd willen ‘groot zijn’ en vragen niet altijd aandacht voor hun verdriet. Dat zij rouwen kan toch zeker wel zichtbaar zijn door ‘lastig en opstandig’ gedrag.